Plantaardige voedselbronnen helpen ons om in goede gezondheid te blijven. In culturen waar het dieet voornamelijk uit plantaardig voeding bestaat (fruit, groenten, volkoren granen...) leven mensen vaak langer en gezonder.
Kanker komt er minder vaak voor net zoals andere chronische aandoeningen die in de westerse wereld veel mensen treffen.
Wetenschappers dachten lang dat dit kwam door de vitaminen, mineralen en vezels die in een 'plantaardig' dieet zo rijkelijk aanwezig zijn. Maar een verborgen eigenschap van plantaardige voeding wordt pas sinds kort beetje bij beetje aan het licht gebracht: planten blijken nog andere actieve stoffen te bevatten die goed zijn voor onze gezondheid.
Deze groep stoffen wordt aangeduid met de naam 'fytonutriënten'.
Planten bevatten deze stoffen omdat ze hen beschermen tegen de uitdagingen van hun leefmilieu, beschadiging door ultraviolet licht of bijvoorbeeld door insectenplagen. Als we deze planten consumeren zo blijkt nu; beschermen deze stoffen ook ons.
Hoe juist? Dat is een vraag waar voedingswetenschappers zich momenteel druk mee bezighouden. En stilaan beginnen ze verklaringen te bieden.
Planten worden net als mensen blootgesteld aan straling, gifstoffen en vervuiling. Dit maakt dat er vrije radicalen ontstaan in hun cellen. Deze kunnen proteïnes, celmembranen en hun DNA beschadigen. De oplossing die de natuur gevonden heeft om planten daartegen te beschermen zijn de fytonutriënten.
En hoewel wij mensen daar zelf niet over beschikken lijkt het consumeren van planten ons dezelfde bescherming op te leveren.
Zo toonde een onderzoek van de Tufts universiteit in Boston aan dat de fytonutriënten uit groene bladgroenten ons beschermen tegen hartritmestoornissen die soms ontstaan omdat ons zenuwstelsel beschadigd raakt door contact met luchtvervuiling.
De meeste planten gebruiken de zon als energiebron. De zon zendt echter straling uit op veel verschillende frequenties en sommige daarvan zijn schadelijk voor de plant. Daarom bevatten planten duizenden verschillende fytonutriënten die als antioxidanten werken tegen de schade van al deze soorten straling.
Dezelfde fytonutriënten zijn trouwens verantwoordelijk voor de kleurvariëteit van planten; ook weer een vorm van bescherming tegen verschillende bedreigingen.
Hoe worden ze geklasseerd?
Sommige onderzoekers denken dat er tot wel 40.000 verschillende fytonutriënten bestaan. Sinds enkele tientallen jaren wordt er onderzoek gedaan naar de effecten die deze stoffen op onze gezondheid kunnen hebben. Ze klasseren ze op basis van hun chemische structuur en brengen ze onder in verschillende families indien ze op elkaar lijken.
Enkele voorbeelden:
- Terpenes zijn de stoffen die zorgen voor de oranje, rode en roze kleur van bijvoorbeeld wortelen, tomaten en roze schaaldieren. Ze zijn soms de bouwstof (precursor) van vitamine A.
- Limonoïdes vinden we dan weer terug in citrusvruchten, ze geven deze vruchten hun typische geur.
- Coumarins zijn natuurlijke bloedverdunners, te vinden in peterselie, zoethout en citrusvruchten.
- Fenolen hebben dan weer zoveel aandacht gekregen in de wetenschappelijke wereld dat ze ook onder niet-wetenschappers bekend werden.
Onder deze familie vallen de anthocyanidines, verantwoordelijk voor de blauwe kleur van blauwe bessen en druiven en catechines die thee en wijn hun kleur en bittere smaak geven.
Verder maken ook de isoflavones (rijst, vlas, klaver, soja) deel uit van deze familie, ze zouden ons bescherming kunnen bieden tegen hormoongerelateerde kanker, bijvoorbeeld borstkanker.
In welke dosis mag je deze fytonutriënten consumeren?
Hoewel onderzoek dus lijkt aan te tonen dat deze fytonutriënten opmerkelijke gezondheidsvoordelen kunnen bieden worden ze toch nog steeds als niet-essentiële voedingsstoffen beschouwd. Er zijn dus geen 'dagelijks aanbevolen hoeveelheden' voor zoals voor vitamines of mineralen wel het geval is.
Eén reden daarvoor is dat er zoveel fytonutriënten bestaan die goed voor onze gezondheid zijn. Een andere reden is dat er veel zijn die min of meer dezelfde werking lijken te hebben.
In plaats van dus veel van de ene stof te consumeren zou het wel eens kunnen dat het belangrijker is een bepaald gehalte van één familie van stoffen te consumeren.
Uit het recentste onderzoek blijkt trouwens dat veel fytonutriënten synergetisch werken, met andere woorden, ze helpen elkaar. De combinatie van verschillende fytonutriënten kan wel eens krachtiger zijn dan dat je ze geïsoleerd zou innemen. Daarom is het waarschijnlijk ook beter om deze stoffen uit je voeding te halen dan ze in de vorm van supplementen te nemen.
In je voeding zullen alle fytonutriënten samen voor een positief effect op je gezondheid zorgen: isoleer je er één van in een supplement dan mis je waarschijnlijk een deel van dit effect.
De medische wereld lijkt dit begrepen te hebben en raadt mensen steeds vaker aan een gevarieerd dieet met veel groenten, fruit en volkorenproducten te eten, eerder dan ze voedingssupplementen aan te bieden. Misschien moeten we de volgende stelregel aanleren wat eten betreft:
'Eet zo kleurrijk mogelijk'
Een rijk kleurenpalet aan groenten, fruit en granen betekent immers dat je ook veel verschillende fytonutriënten binnenkrijgt!
Conclusie
Het wijde gamma aan fytonutriënten die plantaardige voeding ons kan bieden bewijst nog maar eens hoe belangrijk deze voedingsbron is voor onze gezondheid. Hoewel deze stoffen nog altijd als niet-essentieel beschouwd worden voor ons overleven zijn ze wel erg belangrijk voor een goede gezondheid.
Hoe meer de wetenschap ontdekt over deze stoffen hoe meer ook het idee verandert dat we niet enkel moeten zorgen dat we geen tekorten hebben aan bepaalde vitamines en mineralen naar het idee dat we ook bepaalde stoffen juist extra kunnen consumeren om ons tegen ziektes, straling en vervuiling te beschermen.
Was jij op de hoogte van het bestaan van fytonutriënten? Heeft dat gezorgd voor een aanpassing in de manier waarop je eet?
Heb jij tips of opmerkingen? laat het me weten!