Ons zorgen maken over ons gewicht is normaal geworden in onze Westerse maatschappij. Ons suiker- en vetrijk dieet maakt dat overgewicht een ware epidemie geworden is en dat we collectief geobsedeerd lijken met het behouden van een mooi figuur en het kwijtraken van overtollige kilootjes.
Maar soms gaan we daar wel heel erg ver in en wordt deze obsessie ziekelijk. Het gaat er dan niet meer om een mooi lichaam te hebben, sommige mensen kunnen gewoon geen eten meer verdragen en proberen op extreme wijze zoveel mogelijk af te vallen. Deze aandoening staat bekend als anorexia nervosa.
Wat deze aandoening juist is en hoe ze kan behandeld worden lees je hieronder.
Anorexia wordt gedefinieerd als een obsessief focussen op lichaamsgewicht en de voeding die men eet. Mensen die onder deze aandoening lijden kiezen voor een dieet met extreem weinig calorieën, proberen het voedsel dat ze consumeren zo snel mogelijk weer uit te braken of gaan overmatig sporten om kilo's kwijt te raken.
Hoewel vooral tienermeisjes door deze aandoening getroffen worden kan iedereen ermee te maken krijgen. Mannen zowel als vrouwen, van kinderen tot bejaarden.
Oorzaken
De oorzaken van anorexia nervosa zijn nog steeds niet helemaal duidelijk en zijn waarschijnlijk ook voor iedereen lichtjes verschillend. Bij sommige mensen lijkt het aangeboren te zijn.
De wetenschap vindt steeds meer bewijzen voor de theorie dat er een verband is tussen serotonine, een neurotransmitter in ons brein die verantwoordelijk is voor het zich goed en gelukkig voelen en anorexia.
Maar de oorzaak van anorexia kan soms ook puur psychologisch zijn. Zich niet goed in z'n vel voelen is voor anorexiapatiënten soms bijna letterlijk het probleem: ze zijn simpelweg niet tevreden over hun uiterlijk.
Nog een veelvuldig terugkerende verklaring in het relaas van mensen die anorexia (gehad) hebben is dat ze door de voedingsinname te beperken het gevoel krijgen meer controle over hun eigen leven te hebben.
En dan is er nog de maatschappelijke druk: onze maatschappij lijkt meer en meer de voorkeur te geven aan oppervlakkige schoonheidsidealen en beelden van overdreven slanke modellen en actrices overspoelen ons via televisie en modeblaadjes.
De typische symptomen
Het is zeker voor ouders niet altijd gemakkelijk om te weten of hun dochter (of zoon) door een normale fase in de adolescentie gaat of ziekelijk met haar (of zijn) eigen lichaam omgaat. Uiteraard zijn bijna alle adolescenten op een gegeven moment erg onzeker over hun veranderende lichaam.
En in de adolescentie besteden we extreem veel aandacht aan wat anderen van ons denken, waardoor we soms rare dingen doen om er toch maar bij te horen of aan de idealen van schoonheid te voldoen.
Er zijn echter een aantal symptomen die steeds terugkeren bij mensen met anorexia. Als je een aantal van deze symptomen tegelijk opmerkt bij jezelf of iemand anders dan heb je veel kans dat het om anorexia nervosa gaat. Eerst en vooral proberen mensen met anorexia een ongezond laag gewicht te bereiken en te houden door verschillende methodes.
Indien ze daarop aangesproken worden weigeren ze bovendien te erkennen dat ze té mager zijn.
Verder zien we bij deze mensen dikwijls: oververmoeidheid, slapeloosheid, een ongezonde huidskleur, uitvallend haar, constipatie, een erg onregelmatige menstruatie, depressieve gevoelens en geïrriteerdheid.
De behandeling
Vaak is het voor mensen met anorexia moeilijk te aanvaarden dat ze een behandeling nodig hebben. Ze weigeren onder ogen te zien dat ze een probleem hebben.
In de ogen van iemand met anorexia zijn mensen met een normaal gewicht en voedingspatroon juist ziekelijk.
Als er dan toch een behandeling kan opgestart worden gaat deze in de eerste plaats focussen op het herstellen van een normaal gewicht en eetpatroon. In de eerste plaats omdat het natuurlijk gevaarlijk is om te lang met een extreem ondergewicht rond te lopen. Blijvende schade aan het lichaam kan het gevolg zijn en bijvoorbeeld permanente onvruchtbaarheid is een gekend gevolg van een periode van anorexia in iemands leven.
Maar gezond en goed eten is ook de sleutel tot het zich geestelijk beter voelen, minder gedeprimeerd. En dat is een voorwaarde voor het slagen van een eventuele therapie. De therapie die volgt op het werk van de diëtist (of die tegelijk wordt opgestart) kan individueel zijn maar ook in groep of met de familie van de patiënt.
Cognitieve gedragstherapie is een veelvoorkomende aanpak in individuele therapie. Deze gaat proberen ongezonde gedachten en gedrag te veranderen.
De patiënt zal leren omgaan met z'n eigen gevoelens en een gevoel van zelfwaarde leren opbouwen.
In familietherapie wordt de familie betrokken om ze te leren signalen van de patiënt te herkennen en om deze te helpen bij het volhouden van goede eetgewoontes. Bovendien zal er geanalyseerd worden of er misschien problemen zijn in de relaties tussen familieleden en of deze problemen een rol speelden bij het ontstaan van de anorexia.
Indien dat zo zou blijken wordt er uiteraard gepoogd deze oorzaken weg te nemen en de relaties te verbeteren.
Tenslotte is er groepstherapie: hierbij maakt de patiënt kennis met andere mensen met dezelfde aandoening. Doel is te herkennen dat anderen vaak dezelfde denkfouten maken en eenzelfde ongezond gedrag vertonen.
Deze lotgenoten kunnen mekaar steunen in hun strijd de aandoening onder controle te krijgen. Wel moet er steeds door een goed opgeleide professional over gewaakt worden dat de patiënten niet juist elkaar gaan aanmoedigen in het stellen van fout gedrag, dat er met andere woorden geen wedloop ontstaat 'om het magerst'.
Met antidepressiva proberen artsen soms de symptomen van depressie bij anorexiapatiënten weg te nemen, zeker als deze een goede therapie in de weg blijken te staan.
Maar er bestaat geen medicatie die anorexia kan genezen, medicijnen kunnen dus enkel ter ondersteuning van therapie ingezet worden.